Onderstaande tekst werd geschreven als column voor De Zeyp, Cultureel Centrum van Ganshoren
Het moet ongeveer de tijd die een baby nodig heeft om de adolescentie te bereiken geleden geweest zijn dat ik het bronsgroen eikenhout verruilde voor onze drukke doch mooie hoofdstad. Mijn domicilie stond, sinds mijn aankomst, afwisselend in Brussel, Koekelberg en Sint Jans Molenbeek. Een korte, eerder onvoorziene en clandestiene passage in Schaarbeek buiten beschouwing gelaten.
Uiteindelijk strandde de boot, met versbakken echtgenote – en half voldragen baby – in onze mooie, ietwat rustigere gemeente Ganshoren. Ons nieuwe huis bleek zich exact te bevinden op het middelpunt tussen Café Merlo – mijn oude stamcafé – en de verste uithoek van het Laarbeekbos.
Aangezien de nachten plots een pak korter werden, eens die baby voldragen en geboren was, bleek ik meer en meer de afstand van mijn huis naar de verste uithoek van het Laarbeekbos af te leggen dan de afstand van mijn huis naar café Merlo. Meer zelfs, ik begon die afstand in lichte looppas weg te werken. “Als je in een groene gemeente woont, zo vlak aan een bos, kan je er maar beter van profiteren om wat zuivere lucht tot je longen te nemen” moet mijn onderliggende gedachte geweest zijn. Dat die lichte looppas veranderde in een draf en uiteindelijk resulteerde in een halfslachtige galop, met het verbeteren van de conditie, was dan weer mooi meegenomen.

Het moet op een van die eerste loopjes geweest zijn dat ik bij het oversteken van de Molenbeek een man met ezel kruiste en al gniffelend bedacht dat we ons vast en zeker op een letterlijk ezelsbruggetje moesten bevinden. Pas later leerde ik dat de ezel een landmark was in Ganshoren en zag ik hem plots overal opduiken.
Ezelsbruggetjes bestaan in vele vormen, en worden vaak gebruikt door minder begaafde mensen – waaronder ik mezelf reken – om iets makkelijk te onthouden. Zo weet ik dankzij ’t Kofschip dat deze column nu door jou gelezen wordt terwijl mijn professor in Leuven 2 schoenen en 1 frak droeg.
Zo gebeurde het dat mijn vrouw en ik, een goeie twee jaar na het eerste, een tweede kind op de wereld zetten. Als koppel probeer je alle lasten te delen, maar in dit geval moet ik toegeven dat mijn aandeel in het proces verre van evenredig was.
Met het verdubbelen van ons kindertotaal, hadden we een perfect ezelsbruggetje gecreëerd om het aantal maanden dat het einde van het ene schooljaar en het begin van het volgende scheidde makkelijk te onthouden.
Twee maanden waarop het alle zeilen bijzetten is om opvang te vinden voor die bengels. Dat terwijl je zelf de economie draaiende probeert te houden. Kampjes regelen in de Zeyp, sportkampen inplannen in onze sporthal of speelkampen boeken in de IBO. Door overbevraging vaak met evenveel stress als de jeugd heeft om hun Tomorrowland ticket te bemachtigen, .
Ondertussen is het schooljaar weer begonnen en leren onze kinderen hun eigen ezelsbruggetjes te bouwen. Proficiat aan alle ouders die zich ook weer door deze zomervakantie geworsteld hebben. Een welgemeende dank u aan alle supergemotiveerde monitoren die ons daarbij geholpen hebben, in elk van die vele kampjes.
Ik denk dat ik voor alle ouders spreek wanneer ik zeg dat ik hartstochtelijk hoop dat de capaciteit van de kinderfestivals volgende zomer een beetje opgetrokken wordt.
