Feestperikelen

December kennen we sinds jaar en dag als de feestperiode die officieel door Sinterklaas en de kerstman wordt afgetrapt. 

Ook toen ik nog een kind was, bestond deze traditie al. Er moet vandaag maar iemand in mijn buurt een mandarijntje openpellen of de geur katapulteert me terug naar mijn kindertijd. Mandarijntjes zijn onlosmakelijk verbonden met de komst van de Sint voor mij, mijn broer en mijn zus.  Naast het speelgoed, dat elk jaar anders was, waren de drie snoepmanden – voor elk kindje één – een constante: Gouden centen van chocolade, Guimauvekes – wat door mijn vader omwille van de vorm steeds ‘nonnenvlees’ genoemd werd, nicnacjes met een suikerschuimpje op, uiteraard een overvloed aan chocolade ‘mannekes’ en last but not least de mandarijntjes. Ook al vertrouwden we de Sint, elk kind telde afzonderlijk zijn mandje én dat van broer/zus om zeker te zijn dat er nergens een administratieve dwaling was gebeurd en de Sint elk kindje evenredig bedeeld had.

Dit laatste ritueel werd naadloos overgedaan wanneer we niet veel later richting ‘meter en bompa’ reden om ook daar in ontvangst te nemen want onze lieve Sint en zijn pieten daar hadden geleverd. 

Ik herinner me ook dat de Sint op de Chiro kwam, waar enkele oud-leiders zich maar al te graag verkleedden om ons mee te delen wat de Sint over jou in zijn boek had neergepend.  De pieten waren voor hun komst nog even langs de bossen van Hees gepasseerd.  Niet zozeer om een frisse neus te halen, dan wel om een uiteenlopende verzameling van twijgjes in te slaan waarmee ze kindjes die stout waren geweest van gepaste straf konden voorzien. De jongste kinderen moesten uiteraard niets vrezen, maar vanaf een jaar of 15 was er niets leuker dan de Sint en zijn pieten uit te dagen en zo hard mogelijk te bewijzen dat jijzelf het stoutste kind van heel Halen was het voorbij jaar.

Terwijl je op je knieën voor de Sint moest gaan zitten, rolden de pieten je Chirokousen tot je enkels en voor elk stout feit in het boek, of elke keer je de Sint of zijn pieten tegensprak, kreeg je van de ‘roe’. Iets wat serieuze rode strepen kon nalaten. Eens terug op de koer konden we dan aan onze paringsdans beginnen door langs de meisjeslokalen te paraderen met onze “oorlogsstrepen” op onze benen. Degene met de meeste wonden was uiteraard de Zilverrug van de groep.  Het zou vandaag wellicht niet meer mogen, maar zo’n 25 jaar geleden was dit (in de Chiro van Halen) de normale gang van zaken. Ik heb er geen trauma’s, enkel mooie herinneringen aan overgehouden. 

Kerstmis werd traditioneel bij ‘meter en bompa’ gevierd, samen met meter’s zus die uit Antwerpen kwam met haar gezin. Ik herinner me dat we kroketten rolden, die later het vlees – dat met een elektrische mini heggenschaar gesneden werd – moesten vergezellen om samen verdronken te worden in bruine saus dat uit een elegant kannetje geschonken werd. Maar uiteindelijk was alles bezigheidstherapie tot het moment dat we de pakjes, die heel de dag van onder de boom naar ons lonkten, mochten openmaken. 

Vandaag zijn wij die nonkels en tantes en is mijn moeder meter en bompa. En terwijl we proberen dezelfde mooie herinneringen te creëren voor onze kinderen, zien we via allerlei media- en sociale kanalen die vroeger niet bestonden hoe de wereld in brand staat en hoe voor vele kinderen geen kerstman of Sint passeert. En terwijl we die realiteit verbergen achter cadeaus, chocolade en mandarijnen, roep ik iedereen op om in die decembermaand eens één keer uit je comfortzone te komen en zomaar eens belangeloos iets moois te doen voor een ander (kind). En laat die verwondering en glimlach die je terugkrijgt jouw cadeau zijn.

Plaats een reactie