Lentekriebels

Kerstmis en nieuwjaar zijn natuurlijk wel leuk, maar het blijft toch maar een koude en donkere bedoening buiten.  Gelukkig kon men de energieprijzen dit jaar wat beter onder controle houden, waardoor we ons met een geruster hart gezellig in een warm huis voor de televisie konden zetten. 

Maar er is toch niets leuk aan wakker worden en naar je werk vertrekken als het donker is om aan het einde van de dag weer naar huis te fietsen wanneer het opnieuw donker is.  Zelf ben ik hier heel gevoelig voor.  Elke winter, hoe meer de dagen korten en hoe minder zonlicht er schijnt, hoe meer ik het gevoel krijg dat elke korrel energie uit mijn lijf wordt gezogen.  Elk jaar gaat dat ook gepaard – hypochonder als ik ben – met Google afspeuren naar welk kwaaltje ik nu weer zou kunnen hebben. Wie zelf al eens op visite gaat bij dokter Google weet dat de uitkomst meestal in de richting van een of andere – meer of minder – zeldzame kanker uitdraait. 

Een vijftal dagen na mijn zelfdiagnose, kan mijn vrouw meestal genoeg op mij inpraten en me overtuigen dat het elke winter hetzelfde liedje is en dat ik gewoon weer een tekort aan zonlicht heb gehad.  Tegenwoordig los ik dat op door wat vitaminesupplementen te slikken, maar ik moet schroomvol toegeven dat ik me ooit heb laten overtuigen om een of andere lamp te kopen die het zonlicht imiteert waar je een uur per dag voor moest gaan zitten.  In de gebruikershandleiding stond wel dat je dit best ‘s morgens deed om het beste effect te hebben en omdat je aan iemand die zich heel de dag moe voelt niet moet vragen om een uur vroeger op te staan, heb ik die lamp binnen de termijn van 14 dagen wijselijk weer teruggestuurd. 

De zomer kan ik ook wel pruimen natuurlijk, maar omdat ik nogal warmbloedig ben heb ik het vaak veel te warm in de zomer. Plakkende handjes en voetzolen, geen twee meter kunnen fietsen zonder ergens aan te komen alsof je net uit een zwembad geklommen bent…

Doe mij dan maar de lente zou ik zeggen!  Alleen al door naar de natuur te kijken zie je dat het leven weer uit een winterslaap ontwaakt.  Bloemen komen tot bloei en er verschijnen knoppen op de takken van de bomen.  We hebben nogal veel ramen aan onze living en er zijn weinig zaken waarvan ik gelukkiger word dan het eerste lentezonnetje dat, wanneer het in de namiddag al eens kan doorschijnen, heel de living verwarmt. Het is het seizoen waar je het niet te koud en niet te warm hebt.

We hadden in maart een weekendje geboekt in Center Parcs Les Ardennes en het bleek een van de eerste zonnige weekends te zijn. De kinderen konden zich uitleven in de vele speeltuinen die het park rijk was en ik bedacht me dat ik vroeger toch ook wel een buitenspeelkindje was.  In die tijd waren er natuurlijk nog geen tablets of iPhones die ons veel te lang aan de zetel gekluisterd hielden. Neen, toen fietsten we naar het pleintje in het dorp waar sowieso wel iemand anders zou zijn en waar altijd een en ander te beleven viel. Het enige directief dat we van onze ouders meekregen was om op tijd thuis te zijn, nl. voor het avondeten. 

Moest ik vandaag een kind zijn in Ganshoren, dan zou ik tussen april en juni de speelberg achter de Zeyp al drie keer een meter opgeschoven hebben. Laat dit mijn challenge zijn voor alle kinderen en ouders deze lente: kom buiten en doe dingen. Wat minder schermtijd en wat meer speeltijd. Het zullen herinneringen zijn die je kinderen niet gauw gaan vergeten. En tegen dat zij het aan hun kinderen doorvertellen, gaan ze die berg geen 4 meter maar 7 meter hebben opgeschoven in de lente van 2024!

Overgangen

Dit jaar trokken we eens samen met twee andere koppels naar Frankrijk om daar de overgang naar het nieuwe jaar te vieren.  Ver weg van het drukke feestgedruis van de stad, dat helaas ook vaak ontsierd wordt door enkelingen die zich liever amuseren door de confrontatie aan te gaan met politie, brandweer of verplegend personeel. Ordediensten die wel eens op weg zouden kunnen zijn naar hun eigen familielid. Zouden ze dat op hun geweten willen hebben?

Nu goed, de reden van onze vlucht uit de stad was ook wel een beetje ons nageslacht dat eerder beperkend werkt als je nieuwjaar in Brussel wil vieren. Dan is het of thuis vieren met het gezin, of samen met anderen maar vroeg naar huis gaan opdat je de volgende dagen geen kleuter en schoolkind met slaapachterstand moet trotseren. 

We bleken een gigantisch – mooi – oud molenhuis gehuurd te hebben, gelegen aan de rivier La Nonette, waarrond het prachtig wandelen was. Bekomen deden we ’s avonds rond het haardvuur, goed voorzien van aperitiefhapjes – chips voor de kinderen – en champagne. We gebruikten de debatkaartjes die bij De Standaard zaten om de tijd wat sneller vooruit te laten gaan en voor we het wisten telden we af naar het nieuwe jaar.

De start van het nieuwe jaar gaat vaak gepaard met het nemen van goede voornemens. De ene wil gewicht verliezen door op dieet te gaan, de andere door met een rugzak vol motivatie naar een fitnesscentrum te trekken. Nog een andere belooft zichzelf om dit jaar echt werk te maken van het zoeken naar een nieuwe job, terwijl een andere in 2024 echt echt echt wel de sigaret voorgoed wil doven. 

Meestal willen we echter vol goede moed te veel van deze voornemens combineren, waardoor we ons onbewust te veel druk opleggen.  We slagen er niet in om één van onze voornemens vol te houden, voelen ons gefaald en dat werkt vaak als het eerste dominoblokje dat alle andere voornemens in sneltempo tegen de grond werkt. 

Daarom wens ik jullie voor 2024 allemaal 1 of maximaal 2 goede voornemens, die jullie goed weten vol te houden, zonder te veel druk op jezelf te moeten leggen. En een keer een paar mindere dagen – of zelfs weken – hoeven niet het einde te betekenen. Zet een stap achteruit, adem eens diep in en uit, en pik de draad weer op als je jezelf er klaar voor voelt. 

Wat er nog overblijft op je lijstje, bewaar je gewoon voor volgend jaar, waarop je er weer twee andere kiest. 

We zullen in 2024 nog meer doordachte keuzes moeten maken. Zo zullen we dit jaar op 9 juni moeten stemmen voor de Europese, federale en regionale verkiezingen en op 13 oktober zullen we een nieuwe gemeenteraad verkiezen. Dat wil zeggen dat we nog een klein half jaar hebben om ons af te vragen of de beleidsmakers onze belangen hebben gediend. We zien een stad die in volle verandering is. Er zijn bijvoorbeeld nog nooit zoveel fietsbewegingen geteld in Brussel, terwijl de infrastructuur deze trend niet lijkt te volgen, met het pijnlijke gevolg dat we het aantal verkeersdoden in ons gewest jaar na jaar zien stijgen. 

Elders in de wereld sterven er duizenden kinderen in een troosteloze oorlog waarvoor – voorlopig – een oogje wordt dichtgeknepen. Een technologische opmars zaait angst bij mensen die vrezen hun job erdoor te verliezen…

En zo zullen we in de komende maanden ons hoofd moeten breken over onze eigen debatkaartjes. De zaken waar ieder van ons van wakker ligt, en die voor iedereen anders kunnen zijn. En ik hoop dat onze beleidsmakers ons voldoende heldere antwoorden kunnen geven, zodat we in eer en geweten onze stem naar inhoud kunnen uitbrengen.

Aflsuiten doe ik graag, om de druk al wat weg te nemen, met te wensen dat minstens 1 van jullie gekozen voornemens voor 2024 tot een goed einde wordt gebracht. En als het niet zo is, kan je altijd in 2025 nog eens proberen!

Feestperikelen

December kennen we sinds jaar en dag als de feestperiode die officieel door Sinterklaas en de kerstman wordt afgetrapt. 

Ook toen ik nog een kind was, bestond deze traditie al. Er moet vandaag maar iemand in mijn buurt een mandarijntje openpellen of de geur katapulteert me terug naar mijn kindertijd. Mandarijntjes zijn onlosmakelijk verbonden met de komst van de Sint voor mij, mijn broer en mijn zus.  Naast het speelgoed, dat elk jaar anders was, waren de drie snoepmanden – voor elk kindje één – een constante: Gouden centen van chocolade, Guimauvekes – wat door mijn vader omwille van de vorm steeds ‘nonnenvlees’ genoemd werd, nicnacjes met een suikerschuimpje op, uiteraard een overvloed aan chocolade ‘mannekes’ en last but not least de mandarijntjes. Ook al vertrouwden we de Sint, elk kind telde afzonderlijk zijn mandje én dat van broer/zus om zeker te zijn dat er nergens een administratieve dwaling was gebeurd en de Sint elk kindje evenredig bedeeld had.

Dit laatste ritueel werd naadloos overgedaan wanneer we niet veel later richting ‘meter en bompa’ reden om ook daar in ontvangst te nemen want onze lieve Sint en zijn pieten daar hadden geleverd. 

Ik herinner me ook dat de Sint op de Chiro kwam, waar enkele oud-leiders zich maar al te graag verkleedden om ons mee te delen wat de Sint over jou in zijn boek had neergepend.  De pieten waren voor hun komst nog even langs de bossen van Hees gepasseerd.  Niet zozeer om een frisse neus te halen, dan wel om een uiteenlopende verzameling van twijgjes in te slaan waarmee ze kindjes die stout waren geweest van gepaste straf konden voorzien. De jongste kinderen moesten uiteraard niets vrezen, maar vanaf een jaar of 15 was er niets leuker dan de Sint en zijn pieten uit te dagen en zo hard mogelijk te bewijzen dat jijzelf het stoutste kind van heel Halen was het voorbij jaar.

Terwijl je op je knieën voor de Sint moest gaan zitten, rolden de pieten je Chirokousen tot je enkels en voor elk stout feit in het boek, of elke keer je de Sint of zijn pieten tegensprak, kreeg je van de ‘roe’. Iets wat serieuze rode strepen kon nalaten. Eens terug op de koer konden we dan aan onze paringsdans beginnen door langs de meisjeslokalen te paraderen met onze “oorlogsstrepen” op onze benen. Degene met de meeste wonden was uiteraard de Zilverrug van de groep.  Het zou vandaag wellicht niet meer mogen, maar zo’n 25 jaar geleden was dit (in de Chiro van Halen) de normale gang van zaken. Ik heb er geen trauma’s, enkel mooie herinneringen aan overgehouden. 

Kerstmis werd traditioneel bij ‘meter en bompa’ gevierd, samen met meter’s zus die uit Antwerpen kwam met haar gezin. Ik herinner me dat we kroketten rolden, die later het vlees – dat met een elektrische mini heggenschaar gesneden werd – moesten vergezellen om samen verdronken te worden in bruine saus dat uit een elegant kannetje geschonken werd. Maar uiteindelijk was alles bezigheidstherapie tot het moment dat we de pakjes, die heel de dag van onder de boom naar ons lonkten, mochten openmaken. 

Vandaag zijn wij die nonkels en tantes en is mijn moeder meter en bompa. En terwijl we proberen dezelfde mooie herinneringen te creëren voor onze kinderen, zien we via allerlei media- en sociale kanalen die vroeger niet bestonden hoe de wereld in brand staat en hoe voor vele kinderen geen kerstman of Sint passeert. En terwijl we die realiteit verbergen achter cadeaus, chocolade en mandarijnen, roep ik iedereen op om in die decembermaand eens één keer uit je comfortzone te komen en zomaar eens belangeloos iets moois te doen voor een ander (kind). En laat die verwondering en glimlach die je terugkrijgt jouw cadeau zijn.

Ezelsbruggetjes

Onderstaande tekst werd geschreven als column voor De Zeyp, Cultureel Centrum van Ganshoren

Het moet ongeveer de tijd die een baby nodig heeft om de adolescentie te bereiken geleden geweest zijn dat ik het bronsgroen eikenhout verruilde voor onze drukke doch mooie hoofdstad. Mijn domicilie stond, sinds mijn aankomst, afwisselend in Brussel, Koekelberg en Sint Jans Molenbeek. Een korte, eerder onvoorziene en clandestiene passage in Schaarbeek buiten beschouwing gelaten.

Uiteindelijk strandde de boot, met versbakken echtgenote – en half voldragen baby – in onze mooie, ietwat rustigere gemeente Ganshoren.  Ons nieuwe huis bleek zich exact te bevinden op het middelpunt tussen Café Merlo – mijn oude stamcafé – en de verste uithoek van het Laarbeekbos.

Aangezien de nachten plots een pak korter werden, eens die baby voldragen en geboren was, bleek ik meer en meer de afstand van mijn huis naar de verste uithoek van het Laarbeekbos af te leggen dan de afstand van mijn huis naar café Merlo.  Meer zelfs, ik begon die afstand in lichte looppas weg te werken. “Als je in een groene gemeente woont, zo vlak aan een bos, kan je er maar beter van profiteren om wat zuivere lucht tot je longen te nemen” moet mijn onderliggende gedachte geweest zijn. Dat die lichte looppas veranderde in een draf en uiteindelijk resulteerde in een halfslachtige galop, met het verbeteren van de conditie, was dan weer mooi meegenomen. 

Het moet op een van die eerste loopjes geweest zijn dat ik bij het oversteken van de Molenbeek een man met ezel kruiste en al gniffelend bedacht dat we ons vast en zeker op een letterlijk ezelsbruggetje moesten bevinden. Pas later leerde ik dat de ezel een landmark was in Ganshoren en zag ik hem plots overal opduiken. 

Ezelsbruggetjes bestaan in vele vormen, en worden vaak gebruikt door minder begaafde mensen – waaronder ik mezelf reken – om iets makkelijk te onthouden. Zo weet ik dankzij ’t Kofschip dat deze column nu door jou gelezen wordt terwijl mijn professor in Leuven 2 schoenen en 1 frak droeg.

Zo gebeurde het dat mijn vrouw en ik, een goeie twee jaar na het eerste, een tweede kind op de wereld zetten. Als koppel probeer je alle lasten te delen, maar in dit geval moet ik toegeven dat mijn aandeel in het proces verre van evenredig was. 

Met het verdubbelen van ons kindertotaal, hadden we een perfect ezelsbruggetje gecreëerd om het aantal maanden dat het einde van het ene schooljaar en het begin van het volgende scheidde makkelijk te onthouden. 

Twee maanden waarop het alle zeilen bijzetten is om opvang te vinden voor die bengels. Dat terwijl je zelf de economie draaiende probeert te houden. Kampjes regelen in de Zeyp, sportkampen inplannen in onze sporthal of speelkampen boeken in de IBO. Door overbevraging vaak met evenveel stress als de jeugd heeft om hun Tomorrowland ticket te bemachtigen, . 

Ondertussen is het schooljaar weer begonnen en leren onze kinderen hun eigen ezelsbruggetjes te bouwen. Proficiat aan alle ouders die zich ook weer door deze zomervakantie geworsteld hebben. Een welgemeende dank u aan alle supergemotiveerde monitoren die ons daarbij geholpen hebben, in elk van die vele kampjes. 

Ik denk dat ik voor alle ouders spreek wanneer ik zeg dat ik hartstochtelijk hoop dat de capaciteit van de kinderfestivals volgende zomer een beetje opgetrokken wordt.